Op 11 mei jl. stond mr. Noordanus een cliënt bij die werd verdacht van het mishandelen van zijn vriendin en het afknippen van haar haren. Cliënt ontkent niet de haren afgeknipt te hebben, maar ontkent wel de mishandeling te hebben gepleegd.
De eis van de Officier van Justitie was 80 uren taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 week. De benadeelde partij verzocht 1500 euro aan immateriële schadevergoeding en daarnaast een materiële schadevergoeding.
De rechtbank legde aan cliënt na pleidooi van mr. Noordanus een lagere taakstraf op dan de Officier van Justitie had geëist – te weten 70 uren taakstraf – en legde daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf op voor de duur van 1 week. Cliënt kreeg als voorwaarde o.a. een verplichte behandeling opgelegd. Cliënt was echter al vrijwillig met deze behandeling begonnen voor de zitting. De vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij werd ten aanzien van de immateriële schadevergoeding toegewezen voor de helft van het gevraagde bedrag, te weten 750 euro.
Omroep Flevoland plaatste een artikel over de zaak op: https://www.omroepflevoland.nl/nieuws/181177/werkstraf-voor-mishandelen-en-afknippen-haar-vriendin